Hoe werken antidota?

Antidota of tegengiffen zijn geneesmiddelen die ervoor zorgen dat gif sneller uit het lichaam verdwijnt en/of dat het effect van het gif afneemt. Als antidota worden toegediend bij een slachtoffer hebben ze vrijwel steeds een gunstig effect. Helaas bestaat niet voor elke vergiftiging een antidotum en moet men zich beperken tot het milderen van de symptomen. 

Er zijn twee groepen antidota:

  • De eerste groep zijn de farmacokinetische antidota. Zij gaan de duur van de vergiftiging verminderen, maar niet per sé de ernst ervan. Een voorbeeld uit deze groep is DMPS, een antidotum voor vergiftiging door zware metalen. Sommige antidota uit deze groep binden zich aan het gif en gaan het zo als het ware “gevangen” zetten. Dit “gevangen” gif kan dan nergens meer zijn effect uitoefenen en zal tenslotte via de urine of via de stoelgang samen met het antidotum uit het lichaam verdwijnen. Andere antidota uit deze groep gaan de afbraak van het gif versnellen of zelfs voorkomen dat het gif zich in het lichaam verspreidt.
  • De tweede  groep zijn de farmacodynamische antidota. Zij gaan de ernst van de vergiftiging verminderen, maar niet per sé de duur ervan. Een voorbeeld uit deze groep is naloxone, een antidotum voor vergiftiging door opioïden. Bepaalde antidota uit deze groep gaan zich vastzetten in het lichaam op de plaats waar het gif zijn effect heeft. Deze plaats is dan beschermd tegen het gif, waardoor het gif zijn werkzaamheid verliest. Andere antidota uit deze groep zullen het direct effect van het gif terugdraaien door net het omgekeerde te doen als het gif.

Belangrijk is dat het effect van een antidotum vrijwel steeds gunstig is. Nogal wat stoffen kunnen gif sneller uit het lichaam doen verdwijnen of het effect van gif doen verminderen, maar ze hebben dan weer andere ernstige gevolgen voor de gezondheid of ze hebben een erg wisselvallig of zelfs onvoorspelbaar resultaat.

Als je een antidotum wil ontwikkelen moet je dus weten hoe je een gif sneller kan doen verdwijnen of hoe je het effect ervan kan verminderen. Vervolgens moet je kunnen aantonen dat het effect van het antigif vrijwel steeds gunstig is voor de vergiftigde, zonder bijwerkingen die nog erger zijn dan de vergiftiging. Dit is allemaal veel gemakkelijker gezegd dan gedaan, waardoor er betrekkelijk weinig antidota bestaan.