De woonkamer

Ongevallen in de woonkamer zijn grotendeels te wijten aan individuele verwarmingsapparaten zoals kolen-, hout-, en oliekachels, gasconvectoren, cassettes, open haarden en toestellen voor bijverwarming op petroleum of gas.

Verplaatsbaar verwarmingstoestel

Een verplaatsbaar verwarmingstoestel is per definitie niet op een schoorsteen aangesloten. Behalve de elektrische verwarmingsapparaten, kunnen al deze toestellen CO afgeven in de ruimte waarin ze zijn opgesteld. Meestal gaat het om toestellen op petroleum of butaangas. Het risico blijft identiek of het nu om een petroleumkachel, een butaangasvuur, een warmtekanon of een warmtestraler gaat (zie verplaatsbare verwarmingstoestellen). Deze toestellen gebruiken de lucht van de kamer en de verbrandingsgassen verspreiden zich in dezelfde ruimte. Vooral in kleine ruimtes met weinig ventilatie kan dit zeer snel tot hoge CO-concentraties leiden. Deze toestellen doen de zuurstofconcentratie in de ruimte afnemen, waardoor de verbranding onvolledig wordt en er koolstofmonoxide gevormd wordt. Deze toestellen mogen dus nooit continu branden. Dit soort verwarming mag dus nooit gebruikt worden om een verwarmingsapparaat te vervangen, maar alleen als kortstondige bijverwarming.

Ook sfeerhaarden op bio-ethanol verbruiken zuurstof uit de kamer waarin zij branden. Als het zuurstofpeil in de kamer afneemt, zal door onvolledige verbranding CO geproduceerd worden. Deze toetstellen mogen dan ook nooit gebruikt worden als hoofdverwarming.

Ook het gebruik van de barbecue (houtskool of gas) binnenshuis of zelfs in een garage, kan CO-intoxicaties veroorzaken.  

Toestellen aangesloten op een schoorsteen

Voor alle individuele stooktoestellen die in een woonkamer staan, moet men steeds volgende factoren nagaan:

1)    Is er voldoende aanvoer van verse lucht?

2)    Werkt het toestel naar behoren?

3)    Worden de rookgassen voldoende afgevoerd langs de schoorsteen?

Is er voldoende aanvoer van verse lucht?

Van zodra een verwarmingstoestel wordt aangezet, moet men toezien op een goede verluchting van de ruimtes waarin deze functioneren. De verbranding van 1 m3 gas vereist bijvoorbeeld 10 m3 verse lucht. Zo heeft elk verbrandingstoestel zijn eigen noden aan luchttoevoer. Dit wordt verder besproken onder de apparaten

Wanneer een ruimte onvoldoende geventileerd is, stromen de rookgassen terug in de kamer en ontstaan er condensatieproblemen, door de neerslag van de waterdamp in de rook op muren en vensters. Er ontstaan vochtige plekken op de muren en eventueel kan ook schimmelvorming optreden. Bij het ontstaan van vochtplekken moet men zich de vraag stellen of er wel voldoende ventilatie is voor de verbranding in de toestellen die zich in die ruimte bevinden.

Werkt het toestel naar behoren?

  • Is het vermogen aangepast aan het te verwarmen lokaal?

Bij toestellen aangesloten op een schoorsteen en vooral bij kolen- en houtkachels is het belangrijk om na te gaan of het vermogen aangepast is aan het te verwarmen lokaal. Een kolenkachel lager zetten betekent in feite dat men de opening voor de luchttoevoer kleiner maakt. Zo is er minder zuurstof beschikbaar voor de verbranding en meer productie van CO.

Vraag steeds professioneel advies vooraleer je een toestel koopt. Een vakman (chauffagist of architect) kan berekenen welk vermogen je nodig hebt. Hiervoor houdt hij niet alleen rekening met het volume van de te verwarmen kamer, maar ook met de gemiddelde buitentemperaturen van je streek, de oppervlakte van de vensters, de isolatiecoëfficiënt van de vensters, de ligging t.o.v. het noorden, enz...

Zie ook de apparaten

  • Wordt de juiste brandstof gebruikt?

Voor een kolenkachel moet men de aangepaste brandstof gebruiken. Kolen bestaan in verschillende afmetingen, die niet in om het even welke kachel mogen gebruikt worden. Er bestaan ook verschillende kwaliteiten. Goedkope kolen produceren vaak veel as. Antraciet is de beste kwaliteit, produceert weinig as en is verkrijgbaar in verschillende afmetingen. Voor een goede verbranding is het noodzakelijk de as minstens één maal per dag te verwijderen en niet te laten opstapelen tot aan het rooster.

Zie ook brandstoffen

Worden de rookgassen voldoende afgevoerd langs de schoorsteen?

  • Aansluiting op de schoorsteen:

Het toestel moet zo dicht mogelijk bij de schoorsteen geplaatst worden. De aansluitingsbuis moet een helling hebben van minstens 5 cm per meter en zo min mogelijk plooien. De aansluiting moet luchtdicht zijn en de inwendige diameter van de buis mag niet kleiner zijn dan die van de kachelpijp.

  • Problemen met de luchtdichtheid van de schoorsteen:

De aanwezigheid van blazen in het behangpapier of sporen van roet op de wanden van de schoorsteen doen de aanwezigheid van spleten in de schoorsteen vermoeden.

  • Vervanging van een toestel:

Als je van toestel of brandstof verandert, vooral als je een kolenkachel vervangt door een gas- of mazoutkachel, kunnen de verbrandingsgassen van gas of mazout het roet in de schoorsteen losmaken, dat zich dan opstapelt in de schoorsteen. Het kan zijn dat de schoorsteen één keer vegen niet volstaat.

Zie ook de schoorsteen

Gesloten toestel

Gesloten toestellen gebruiken voor de verbranding lucht die van buiten wordt aangevoerd. Energetisch gezien heeft dit het voordeel dat koude lucht van buiten wordt gebruikt en niet de lucht uit de kamer, die steeds vervangen en opnieuw opgewarmd moet worden. Omdat geen zuurstof uit de leefruimte wordt gebruikt en de verbrandingsgassen naar buiten worden afgevoerd, is het risico op CO-intoxicatie bijna onbestaande.

Pelletkachel

Pelletkachels werken op houtpellets en zijn voorzien van een reservoir. Men kan meestal een volledige zak pellets in de kachel gieten, die dan met een schroef van Archimedes uit het reservoir omhoog worden geschroefd, waarna ze in de verbrandingskamer vallen. Een ventilator zorgt voor extra lucht en een betere verbranding. De pelletkachel heeft geen echte schoorsteen nodig, een afvoer naar buiten volstaat. Zij hebben een kleine inlaat, om verse lucht van buiten aan te zuigen en een grotere opening voor de uitlaat van de rookgassen.

Gaskachel

Er bestaan ook gaskachels met een gesloten circuit (type C toestellen). Het toestel haalt de zuurstof voor de verbranding uit de buitenlucht en de verbrandingsgassen worden rechtstreeks naar buiten afgevoerd. Dit kan via een opening in de buitenmuur. Een schoorsteen is niet noodzakelijk.